Spelregels bij volleybal

Volleybal is een bekende balsport die veel wordt gespeeld in warme landen. Het wordt gespeeld op een veld van 18 bij 9 meter, met een net in het midden om de twee speelhelften van elkaar te scheiden. Er spelen twee teams tegen elkaar van 6 spelers, die proberen de bal telkens weer over het net van de tegenstander te krijgen en zo punten te scoren. Een team krijgt een punt wanneer de bal de grond binnen het vak van de tegenstander raakt. Een team krijgt ook een punt wanneer de tegenstander de bal voor het laatst aan heeft geraakt en de bal vervolgens uit gaat of in het net gaat. Over het algemeen is de puntentelling bij volleybal een best of five opzet. Dit betekent dat het team dat als eerste 3 games wint, de set wint. Games gaan tot de 25 punten, behalve als het 2-2 staat. In dat laatste geval is de beslissende game 15 punten.

Officiële volleybal regels downloaden →

Uitleg over volleybal:

    Manen springen bij het spelen van volleybal

    Geschiedenis van volleybal

    In Engeland werd er in de 16e eeuw al een sport gespeeld die wat weg had van volleybal. Officieel gezien is de bedenker van de hedendaagse sport de Amerikaanse William G. Morgan. Hij gaf sportles aan een groep zakenmannen, maar hij vond basketbal wat te heftig voor hen. Daarom combineerde hij in 1895 regels van andere sporten zoals tennis, basketbal en honkbal.

    In eerste instantie had volleybal een andere naam, namelijk mintonette, maar die naam werd al snel gewijzigd. Een wedstrijd bestond toen der tijd uit innings. Een inning was voorbij als iedere speler uit beide teams een servicebeurt had gehad. Daarnaast was het mogelijk om de sport één tegen één te spelen, maar ook om het met tien tegen tien te spelen. De eerste potjes volleybal werden gespeeld met een basketbal. Deze bal was echter wat te lomp voor volleybal, daarom werd hij aangepast met een soort rubberen ‘blaas’ aan de binnenkant, waardoor de bal lichter werd. Daarna werden er in de loop der jaren nog een aantal wijzigingen doorgevoerd in de regels rondom de sport. In 1900 werd het dribbelen afgeschaft, in 1912 werd het doordraaien ingevoerd, in 1917 werd de regeling ingevoerd dat een set tot 15 punten gaat, in 1918 kwam de regel dat er maximaal 6 spelers in het veld mogen staan en in 2013 de regeling dat een set tot 25 punten gaat.

    Schaars geklede dames spelen beachvolleybal

    Welke regels zijn er bij volleybal?

    Spelers

    Een volleybalteam bestaat uit:

    • 2 buitenaanvallers (passer/lopers)

    • 2 middenaanvaller

    • 1 diagonaal

    • 1 spelverdeler

    • 1 libero

    Een libero is een specialist in het verdedigen die sommige teams inzetten bij wedstrijden. Deze speler moet een shirt aan dat contrasterend is met de rest van het team aangezien er andere regels voor hem of haar gelden. Een libero mag namelijk op ieder moment gewisseld worden, mag alleen achter in het veld spelen, mag niet over het net slaan wanneer de bal boven de netrand is en mag niet serveren.

    Er mogen maximaal 6 spelers tegelijkertijd in het veld staan, maar het totale team mag uit maximaal 12 spelers bestaan. De kleding die de spelers dragen bestaat uit een shirt met een nummer, een korte broek en sportschoenen. Spelers mogen zelf kiezen of ze wel of geen kniebeschermers willen dragen tijdens het spelen. Voorwerpen die verwondingen kunnen veroorzaken tijdens de wedstrijd of training, zoals sieraden, zijn niet toegestaan op het veld. Eén speler van ieder team is de aanvoerder. Hij of zij is verantwoordelijk voor een aantal dingen:

    • Het gedrag van de spelers uit het team

    • Hij of zij vertegenwoordigt het team bij de toss

    • Hij of zij tekent voor en na de wedstrijd het wedstrijdformulier

    • Hij of zij mag uitleg vragen over een beslissing van de scheidsrechter

    • Hij of zij mag spelerswissels en time-outs aanvragen wanneer de coach niet aanwezig is

    Daarnaast heeft ieder team natuurlijk een coach. Een coach:

    • Is verantwoordelijk voor het gedrag van spelers uit zijn of haar team

    • Leidt het spel vanaf de zijlijn

    • Vraagt time-outs en spelerswissels aan

    Puntentelling

    De puntentelling bij volleybal is gebaseerd op een best of five systeem. Dat houdt in dat je als team 3 games moet winnen om de set te winnen. Om een game te winnen heb je 25 punten nodig, behalve als het 2-2 staat, dan heb je voor de beslissende game 15 punten nodig. Om het spel wat aantrekkelijker en sneller te maken wordt er vanaf het jaar 2000 met het zogenaamde Rally Point Systeem gespeeld. Dat houdt in dat er bij iedere rally een punt wordt gescoord door één van beide teams. Hiervoor werd er gespeeld volgens een side-out systeem. Bij dat systeem kan alleen het serverende team een punt scoren. Won het niet-serverende team een rally, dan kregen ze geen punt, maar wel de opslag. Toen der tijd eindigde een set ook bij 15 punten met twee punten verschil. Dit is vandaag de dag 25 punten.

    Belangrijke spelregels

    Aanvalsslag: Onder een aanvalsslag vallen alle handelingen die ervoor zorgen dat de bal over het net naar de tegenstander gaat. De enige uitzonderingen hierop zijn de service en het blok. Een voorspeler mag een aanvalsslag op iedere hoogte maken. Een achterspeler mag dit ook, maar dan wel van achter de voorzone. Wordt de bal door de tegenpartij opgeslagen, dan mag geen enkele speler van het eigen team in de voorzone een aanvalsslag maken boven nethoogte.

    Blok: Het blokkeren is het onderscheppen van een bal die van de tegenpartij af komt. Op het moment van blokkeren moet de bal boven het net zijn. Het is alleen voor voorspelers toegestaan om een blok te maken, niet voor achterspelers. Het aanraken van de bal door een blok telt niet mee als aanraking van de bal door het team. Dat betekent dat je na het blokkeren nog driemaal binnen je team mag overspelen. De service van de tegenstander mag niet worden geblokkeerd.

    Service: De service is het in het spel brengen van de bal door de speler die rechtsachter in de eigen speelhelft staat. Die speler staat dus buiten het veld, maar in de servicezone. De bal wordt opgegooid of losgelaten en vervolgens over het net geslagen met één hand of een deel van de arm. De bal moet binnen 8 seconden na het fluitsignaal van de 1e scheidsrechter op worden geslagen. Sta je tijdens het serveren in het veld of op de achterlijn, dan is er sprake van een voetfout. Heeft een team de service en winnen zij de rally, dan slaat de speler die heeft opgeslagen nogmaals op. Dit gaat zo door, totdat het andere team een punt scoort. Wanneer de rally door het andere team wordt gewonnen, mogen zij gaan serveren. Eerst draait het team één positie door en ontvangen ze een punt. De speler die van rechtsvoor naar rechtsachter wisselt, gaat serveren.

    Regels bij het net: De volleybal mag het net altijd raken, bij het onderling overspelen, bij het over het net spelen van de bal en bij het serveren van de bal. Wanneer de bal in de buurt is, mag een speler het net niet aanraken aan het deel van het net tussen de antennes en aan de antennes zelf. Het stuk van het net buiten de antennes mag wel aangeraakt worden door de spelers, maar het spel mag hierdoor niet worden beïnvloed.

    Draaien

    Iedere keer dat de service naar het andere team gaat, draait het team dat de service krijgt één positie door. Teams draaien altijd met de wijzers van de klok mee.

    Opstellingsfout

    Er zijn een aantal dingen waar je op dient te letten bij het aannemen van een bepaalde opstelling. Als je linksvoor staat, let je op de speler achter je en de speler naast je. Je moet vóór de linksachter blijven en links van de midvoor. Sta je rechtsachter in het veld, dan moet je achter de rechtvoor en rechts van de midvoor blijven. Sta je midvoor, dan moet je zelfs op drie spelers letten. Je staat tussen de andere 2 voorspelers en vóór de midachter. Zolang de serveerder de bal nog niet heeft geraakt, mag je nog verplaatsen om de juiste opstelling te bereiken. Doe je dit niet op tijd, dan is dit een opstellingsfout. Het andere team kan hier een punt voor krijgen.

    Netfouten

    Er is sprake van een netfout als een speler een deel van het net aanraakt dat niet aangeraakt mag worden, of als de bal in het net gaat.

    Spelonderbrekingen

    Time-out: Ieder team heeft per set recht op twee time-outs. Om een time-out aan te vragen, kan een coach het time-out teken zichtbaar maken. Dit kan alleen gedaan worden als de bal uit het spel is en vóór het fluitsignaal voor de service. Een time-out duurt 30 seconden, of minder, mocht het team dat de time-out aanvraagt minder tijd nodig hebben. Tijdens een time-out zijn de veldspelers niet verplicht om naar de vrije zone in de buurt van de spelersbank te gaan. Ze mogen zelf kiezen waar ze tijdens de time-out staan, zolang dit op de eigen speelhelft is.

    Spelwissel: Per set mag ieder team maximaal 6 keer een speler wisselen. Bij een spelerwissel gaat er een speler van het veld af en wordt deze verwisseld met een speler op de bank. Dit moet in of in de buurt van de wisselzone gebeuren. Een speler uit de basisopstelling kan het veld verlaten voor een wisselspeler en later weer terugkomen in de plek van diezelfde speler. Diezelfde speler mag later weer met de wisselspeler wisselen of met een andere basisspeler.

    Wisseling van speelhelft: Na iedere set wisselen de spelende teams van speelhelft. Dit gebeurt alleen niet bij een beslissende set. Wordt er in een beslissende set door één van de teams 8 punten behaald, dan wisselen de teams zonder pauze van helft. De opstelling van de spelers verandert niet.

    Officiële volleybal spelregels (NEVOBO) downloaden

    Ben je benieuwd naar de uitgebreide versie van de officiële regels van volleybal? Op de website van de NEVOBO kun je de regels downloaden! Ook hier kun je ze meteen downloaden.

    Officiële volleybal regels downloaden →

    Hoe speel je volleybal?

    Het spelen van de bal gaat bij volleybal natuurlijk anders dan bij andere balsporten. Het is lastig om dit helemaal op papier uit te leggen, maar er zijn in ieder geval een aantal regels waar spelers zich aan moeten houden. Zo speelt ieder team de bal in zijn eigen speelruimte en vanuit de eigen speelhelft. Daarnaast mag een team de bal drie keer aanraken voordat deze weer over het net moet worden gespeeld. Een blok telt hierin niet mee als aanraking. Dezelfde speler mag de bal niet twee keer achter elkaar aanraken, tenzij de eerste aanraking door middel van een blok gaat. Bij het blokkeren van de bal mogen 2 of 3 spelers de bal tegelijk aanraken. Dit telt dan alsnog maar als 1 aanraking. De bal mag ieder deel van het lichaam van de spelers raken en mag ook tegelijkertijd meerdere lichaamsdelen raken. De bal mag niet worden gevangen of gegooid. Er zijn twee manieren waarop de bal kan worden gespeeld: bovenhands of onderhands/onderarms.

    1. Ga op zoek naar een vereniging en een team

      Als je wil beginnen met het beoefenen van volleybal heb je natuurlijk eerst een team nodig waar jij je bij aan kunt sluiten. Via een vereniging kom je altijd in een team terecht dat past bij jouw leeftijd en niveau. Er is vast wel een vereniging bij jou in de buurt!

    2. Ga op zoek naar de juiste uitrusting

      Als je begint met volleyballen, is het wel belangrijk dat je de juiste uitrusting al hebt. Teamkleding krijg je natuurlijk gewoon vanuit het team zelf, maar bijvoorbeeld goede schoenen en eventuele kniebeschermers moet je zelf regelen.

    3. Leer de regels alvast kennen

      Voordat je in de praktijk begint met volleyballen, is het fijn voor jezelf om alvast de regels van de sport te leren kennen. Zo wordt het veel makkelijker om de sport te leren spelen, want je weet al voor een groot deel waar je op moet letten.

      Officiële regels downloaden →

    Leeftijdsgrenzen

    • Senioren: vanaf 18

    • Jeugd A: 16-17

    • Jeugd B: 14-15

    • Jeugd C: 12-13

    • Jeugd CMV: 10 - 11

    Soorten volleybal

    Zaalvolleybal: Zaalvolleybal is in Nederland de meest gespeelde vorm van de sport. Het wordt, zoals de naam al zegt, gespeeld in een sporthal. Verder maak je gebruik van de officiële standaard regels.

    Beachvolleybal: Beachvolleybal heeft net wat andere regels dan het standaard zaalvolleybal. Zo gaan sets tot de 21 punten in plaats van tot de 25 punten en zijn er geen wissels mogelijk. De grootte van het veld bij beachvolleybal is 8 bij 16 meter.

    Zitvolleybal: Zitvolleybal is zowel voor spelers met beperking als spelers zonder beperking. Het is een paralympische variant van het standaard volleybal, die in de basis hetzelfde is. Alleen alle handelingen worden zittend uitgevoerd in plaats van staand. In Nederland mag iedereen meedoen met deze sport, met of zonder handicap. Je kunt dus bijvoorbeeld ook deelnemen als je na een blessure graag wil blijven volleyballen. Het volleybalnet heeft een hoogte van 115 centimeter bij heren en 105 centimeter bij dames.

    Bossaball: Bossaball is een dynamische nieuwe sport, een soort mix tussen voetbal, turnen en volleybal. De sport wordt op een opblaasbaar speelveld met trampolines gespeeld. Deze sport is ontstaan op de stranden van Rio de Janeiro in Brazilië. Je kunt het zowel indoor als outdoor spelen en je kunt zelfs een bossaballveld huren als je wil!

    Volleybalterminologie

    Ace: Als er sprake is van een ace, maakt een speler in één keer een punt met de opslag van de bal. Bijvoorbeeld als de bal meteen de grond raakt of maar één speler de bal raakt voordat hij op de grond komt.

    Attack: Een attack is in principe gewoon een aanval, waarmee je probeert direct een punt te scoren. De aanvallende actie met als doel een punt te scoren.

    Achter set: Een set die afgeleverd wordt achter de rug van de setter en vervolgens wordt geslagen door een aanvaller.

    Achterrijs aanval: Een achterste speler valt de bal aan door van achter de 3 meter lijn te springen voordat hij of zij de bal raakt. Stapt deze speler tijdens de take-off op of voorbij de 3 meter lijn, dan telt het als een fout.

    Beach dig (Deep dish): Een open hand ontvangen van de bal.

    Blok: Dat de bal geblokkeerd wordt wanneer deze zich boven het net bevindt.

    Dink: Een toegestane duw van de bal om of over de blokkeerders heen.

    Floater: Een opslag die niet draait, vergelijkbaar met een Knuckle ball pitch bij honkbal.

    Pancake: Een verdedigingstechniek die je met één hand uitvoert, waarbij een speler de hand uitstrekt en de handpalm over de vloer schuift terwijl hij of zij duikt of uitschuift. Dit wordt zo getimed dat de bal op de rug van de hand stuitert.

    Pijp: Een aanvalstechniek die wordt gebruikt binnen het volleybal. Aanval door het midden, circa twee meter van het net af.

    Roll: Een manier waarop spelers de bal kunnen passen, waarbij een speler na het passen van de bal over de schouder terugrolt.

    Side-out: Wanneer het ontvangende team de set wint van het team dat de service heeft.

    Smash: Dit is wanneer de bal zich op redelijke hoogte bevindt en deze bovenhands, hard en naar beneden toe richting de speelhelft van de tegenpartij wordt geslagen.

    Sprongservice: Bij een sprongservice wordt een bal omhoog gegooid en springt de speler er naartoe om hem over het net te slaan.

    Staffel: Een aanvalstactiek waarbij het de bedoeling is om de verdediging in de war te brengen door een aanvaller een schijnaanval te laten doen.

    Steek: Volleybaltechnniek die op hoger niveau wordt toegepast. De aanvaller springt op hetzelfde moment dat de spelverdeler de set-up geeft. De spelverdeler speelt de bal hierdoor bijna horizontaal naar de aanvaller.

    Stijgaanval: De middenaanvaller springt al voordat de spelverdeler de set-up heeft gegeven. De verdeler houdt de bal binnen zijn eigen bereik en tikt hem alleen wat omhoog, waarna de middenaanvaller de bal bijna uit de handen van de spelverdeler slaat.

    Touché: Iemand van het team slaat de bal na een aanval uit, maar één van de tegenstanders raakt de bal als laatste aan. Het aanvallende team krijgt hierdoor toch een punt erbij.

    Veeg: Een speler duwt de volleybal van het blok van de tegenstander om de bal uit het blok te slaan en een punt te scoren.

    Vijf-een (5-1): Volleybalformatie met één hoofdsetter en vijf aanvallers. Deze formatie wordt veel gebruikt op hoog niveau.

    Vier-twee (4-2): Volleybalformatie met vier aanvallers en twee setters. Deze formatie wordt vooral gebruikt door beginnende teams.

    Benodigdheden om te volleyballen

    Wat heb je nodig om volleybal te spelen:

    • Een speelveld met net

    • Teamkleding

    • Goede sportschoenen

    • Een volleybal

    • Eventueel kniebeschermers

    Volleybal gaat over het net

    Veelgestelde vragen bij volleybal

    Wat doet een libero bij volleybal?

    Een libero moet een shirt aan dat contrasterend is met de rest van het team aangezien er andere regels voor hem of haar gelden. Een libero mag namelijk op ieder moment gewisseld worden, mag alleen achter in het veld spelen, mag niet over het net slaan wanneer de bal boven de netrand is en mag niet serveren.

    Hoe gaat het serveren bij volleybal?

    De service is het in het spel brengen van de bal door de speler die rechtsachter in de eigen speelhelft staat. Die speler staat dus buiten het veld, maar in de servicezone. De bal wordt opgegooid of losgelaten en vervolgens over het net geslagen met één hand of een deel van de arm. De bal moet binnen 8 seconden na het fluitsignaal van de 1e scheidsrechter op worden geslagen.

    Hoelang mag je inslaan bij volleybal?

    Je mag bij volleybal 4 minuten links inslaan, 4 minuten rechts en 2 minuten opslaan.

    Hoe lang is een time-out bij volleybal?

    Een time-out bij volleybal duurt maximaal 30 seconden en mag eerder aflopen.

    Hoeveel sets worden er gespeeeld bij volleybal?

    Er wordt met een best of five systeem gewerkt, wat betekent dat er in principe vijf sets worden gespeeld per wedstrijd.

    Wat is het Rally Point Systeem bij volleybal?

    Nieuwe regels die inhouden dat beide teams een punt kunnen scoren en de rally kunnen winnen, ook als ze niet de service hebben.

    Wat is de hoogte van het volleybalnet?

    Het volleybalnet is 2,43 meter hoog bij de heren en 2,24 meter hoog bij de dames.

    Wat houden de Cool Moves Volley Spelregels in?

    Bij deze spelregels mag je vangen en gooien zoals je zelf wil. Is de afstand tot het net te groot, dan mag je 1 keer overgooien. Het zijn aangepaste spelregels die de sport toegankelijker maken. Ze worden vaak toegepast bij beginners of mensen die puur voor de lol een potje volleybal willen spelen.

    Mag je met de voet slaan?

    Nee, bij volleybal mag je de bal niet met je voet over het net slaan of schoppen. Alleen als je voetvolley speelt.

    Wat is de 10-voet lijn? (3 m lijn)

    De 10-voet lijn is een andere naam voor de 3 meter lijn.

    Wat zijn de Speeltechnieken bij volleybal? (bovenhands spelen en onderarms/onderhands spelen)

    Je kunt bovenhands slaan, door de bal dus met je handpalmen te raken of uit de lucht te slaan. Je kunt er ook voor kiezen om onderhands of onderarms te spelen, wat betekent dat je de bal van onderen raakt en naar boven toe speelt.