Regels om vissen te beoefenen 

Regels rondom vissoorten en aas 

De regels voor de sportvisserij in Nederland verschillen tussen vissen in binnenwateren en zeevisserij in kustwateren. Sinds de komst van de Wet Natuurbescherming is er verandering gekomen in de soorten vissen en andere waterdieren waarop gevist mag worden. Onder andere de beekdonderpad, elrits, beekprik, Europese rivierkreeft, grote modderkruiper, gestippelde alver en kwabaal hebben strengere bescherming gekregen. Het is daarnaast verboden om vissen te vangen, bedwelmen, verwonden of doden met de volgende lokmiddelen:

• Kokkelbonen

• Dynamiet

• Tjoekvisje

• Ongebluste kalk

• Andere vergiftigende, bedwelmende en ontploffende middelen 

Het is daarnaast verboden om vis te vangen met behulp van een levende vis of ander levend gewerveld dier. 

Regels voor recreatieve visserij met een vaartuig 

Het is in Nederland wel toegestaan om recreatieve visserij uit te voeren met behulp van een niet-vissersvaartuig. Dit mag alleen in de visserijzone, het zeegebied en de Westerschelde, maar niet in de Waddenzee. Daarnaast gelden er de volgende voorwaarden: 

• De vis die je vangt voor eigen gebruik mag niet verkocht worden of op een andere manier worden verhandeld. 

• Je mag alleen met borden vissen met een vaartuig tot 10 meter. De visborden mogen daarnaast maximaal 70 centimeter hoog zijn en bovenpees, inclusief de stroppen en kabels mag niet langer zijn dan 225 centimeter, gemeten vanaf de achterzijde van het ene tot de achterzijde van het andere bord. 

• Ga je boomorvisserij uitvoeren, dan mag het vaartuig niet langer zijn dan 8 meter. Daarnaast mag je maar 1 boomkor van maximaal 150 centimeter wijd gebruiken. 

• Gequoteerde vissoorten moeten meteen terug worden gezet na het vangen. Denk hierbij aan tong, wijting, kabeljauw, schol, enzovoorts. Een uitzondering geldt voor schar en bot. 

• Je moet voldoen aan bepaalde technische maatregelen, zoals omschreven in de wet. 

• Wil je garnalen vangen, dan moet je een handzeef aan boord hebben en moet de vangst meteen worden gezeefd als deze aan boord komt. 

Gesloten periodes in het voorjaar

In het voorjaar hebben sportvissers te maken met twee gesloten periodes: een gesloten tijd voor vissoorten die per 1 maart van kracht is en een gesloten tijd voor bepaalde aassoorten. De gesloten tijd voor vissoorten houdt in dat je de vis direct na het vangen terug dient te zetten. In de maand maart mag je volgens de wet vissen met kunstaas, een stukje vis of een dood visje. Vang je een snoek, dan moet je deze direct terugzetten. Vang je een snoekbaars of baars die voldoet aan de minimummaat, dan mag je deze houden, tenzij dit in de vergunningsvoorwaarden wordt verboden.

Van 1 april tot en met de laatste zaterdag van mei mag je niet vissen met kunstaas, een stukje vis of een dood visje. Daarnaast moet je iedere snoek, snoekbaars of baars die je vangt, meteen terugzetten. 

Vanaf de laatste zaterdag van mei mag je wettelijk gezien weer met alle aassoorten vissen en mag je bovenmaatse snoekbaarzen, baarzen of snoeken in bezit hebben, zolang dit niet verboden is in de vergunningsvoorwaarden.