Regels om hoogspringen te beoefenen

Hoogspringen is een bekend onderdeel van de atletiek, waarbij het doel van een atleet is om zo hoog mogelijk over een lat te springen. De lat wordt gedurende een wedstrijd steeds hoger gelegd en de atleet die succesvol over de hoogste lat komt, is de winnaar. Hoogspringen maakt deel uit van de vijfkamp, zevenkamp en de tienkamp. Er zijn maar een aantal regels waar atleten zich aan moeten houden, de techniek die een atleet gebruikt is vooral erg belangrijk. Hoe hoger de lat ligt, hoe lastiger het wordt om er probleemloos overheen te komen. Ben je benieuwd wat de regels zijn en welke technieken er zoal gebruikt worden in deze atletieksport? Op deze pagina vertellen we je er alles over!

Officiële hoogspringen regels downloaden →

Uitleg over hoogspringen:

    Vrouw maakt zich klaar om te springen bij het hoogspringen

    Geschiedenis van hoogspringen

    Volgens de Oude Grieken was het hoogspringen geen onderdeel van de originele Olympische Spelen, de geschiedenis is dus niet daarheen te herleiden. De sport werd wel al beoefend door de Kelten. De eerste officiële wedstrijd in het hoogspringen werd georganiseerd in het jaar 1840 in Engeland, maar de regels die we vandaag de dag hanteren bestaan pas sinds het jaar 1865. Iedere deelnemer kreeg vanaf dat jaar drie pogingen op iedere hoogte die ze behaalden en was het niet meer toegestaan om de lat weer lager te leggen nadat een poging mislukte. Afzetten met beide voeten werd verboden, dit is vandaag de dag nog steeds het geval.

    In het jaar 1925 kwam daar nog bij dat de standaards waarin de lat wordt gelegd zo opgesteld moesten worden dat de lat zou vallen als deze aan werd geraakt. Dit zorgde ervoor dat het makkelijker was om te bepalen of een atleet wel of niet de lat aanraakte. In het jaar 1968 werd een van de veelgebruikte technieken in het hoogspringen, de flop, uitgevonden door de atleet Dick Fosbury uit de Verenigde Staten. Dit is eigenlijk een achterwaartse sprong met een hele snelle aanloop. Hij was ook de eerste atleet ooit die op zijn rug landde na het springen, aangezien dit pas vanaf dit jaar was toegestaan in het hoogspringen. Vanaf het jaar 1978 gebruikte bijna iedere hoogspringer de flop techniek van Fosbury. De eerste wedstrijd in het hoogspringen voor vrouwen vond plaats in het jaar 1895 en in het jaar 1928 was hoogspringen voor het eerst onderdeel van de Olympische Spelen.

    Welke regels zijn er bij hoogspringen?

    Standaardregels

    Er zijn een aantal standaard regels waar atleten zich aan moeten houden bij het hoogspringen:

    • Met één voet afzetten: Spelers mogen niet met twee voeten tegelijk afzetten.

    • De grond of mat mag niet aan worden geraakt: De grond of mat voorbij het vlak dat gevormd wordt door de staanders mag niet worden aangeraakt door de atleet, met geen enkel lichaamsdeel. De sprong telt wel als een atleet met zijn of haar voet de mat aanraakt en de jury besluit dat hij of zij hier geen voordeel uit heeft gehaald.

    • Hoe lang mag een poging duren: Hier zijn regels voor, tijdens een wedstrijd wordt de tijd die een atleet nog heeft aangegeven met een terugtellende klok. Binnen die tijd mag de atleet meerdere keren zijn of haar poging afbreken en opnieuw beginnen. Die tijd wordt per wedstrijd vastgelegd door de organisatie.

    • Drie pogingen: Een atleet blijft in de wedstrijd totdat er drie opeenvolgende pogingen mislukt zijn. Dit hoeft niet per se op dezelfde hoogte te zijn.

    Gelijk spel

    Het komt bij hoogspringen vaak voor dat atleten op dezelfde hoogte eindigen en er dus eigenlijk een gelijkspel is. Wie er dan gewonnen heeft wordt met een aantal regels bepaald:

    • Het aantal foutsprongen op de betreffende hoogte: Als eerste wordt er gekeken naar het aantal foutsprongen op de gesprongen hoogte. Als er maar één atleet is die de hoogte in één poging haalde, wint deze atleet. 

    • Totaal aantal foutsprongen: Mochten er meerdere atleten zijn die de hoogte in één keer hebben behaald, dan wordt er gekeken naar het totaal aantal foutsprongen in de wedstrijd. Geeft dit nog steeds geen uitsluitsel, krijgt men dezelfde plaats toegekend, tenzij het om een eerste plaats gaat. 

    • De barrage: Is er dus nog geen winnaar bekend na de eerste twee stappen, dan wordt er een barrage gesprongen. Alle kandidaten krijgen een extra poging op de laatste hoogte die ze gesprongen hebben. Halen meerdere atleten die hoogte, dan wordt de lat weer 2 centimeter omhoog gelegd en krijgen deze atleten weer 1 poging. Haalt niemand de hoogte, dan gaat de lat weer 2 centimeter omlaag. Dit gaat zo door totdat er een winnaar besloten is. 

    Het materiaal 

    Het aanloopvlak bij het hoogspringen heeft de vorm van een halve cirkel en moet een straal hebben van minstens 20 meter. Het landingsmatras minimaal 5 bij 3 meter. De sprong standaarden mogen niet in de grond vastzitten en de lat moet er zo opgelegd kunnen worden dat deze valt als een atleet hem aanraakt. De lat is 4 meter lang, heeft een ronde vorm en platte uiteinden. In de meeste gevallen wordt de lat gemaakt van glasvezelversterkte kunststof. In het verleden werd wel eens gewerkt met driehoekige latten, maar deze zijn niet meer toegestaan omdat ze blessures kunnen veroorzaken. Metalen latten mogen ook niet meer, aangezien ze krom kunnen worden, waardoor het lastig wordt om de hoogte van de lat te meten.


    Officiële regels van hoogspringen downloaden

    Ben je benieuwd naar de officiële regels van de atletieksport hoogspringen? Hier kun je de regels van atletiek downloaden, inclusief de officiële hoogspringen regels.

    Officiële hoogspringen regels downloaden →

    Hoe beoefen je hoogspringen?

    Als je graag wil beginnen met hoogspringen, is dat vaak al mogelijk tijdens op de middelbare school of zelfs de basisschool. Je gaat dan natuurlijk nog niet aan de slag met wedstrijd hoogtes en professionele technieken, maar het begin kan al gemaakt worden. Kinderen van jonge leeftijd kunnen al aan de slag met deze sport. Dit begint speels, maar toch kunnen ze al redelijk wat aanleren als ze fanatiek zijn in de sport. Wil jij graag leren hoogspringen of wil jouw kind graag beginnen met deze sport? Deze stappen kun je volgen om aan de slag te gaan!

    1. Begin met een spelvorm

      Wil je weten of hoogspringen echt iets voor jou of voor je kind is, begin er dan mee in een spelvorm. Het enige dat je hoeft te doen, is over de lat springen. Hoe je het doet en hoe lang het duurt maakt niet uit, als je er maar overheen komt. Dit is een leuke manier om te beginnen, de technieken komen later.

    2. Leer de technieken aan

      Ben je door de basis heen gekomen en vind je hoogspringen nog steeds leuk? Dan kun je aan de slag met het onder de knie krijgen van de meest gebruikte technieken, de Fosbury flop en de Schotse sprong.

    3. Doe mee aan amateurwedstrijden

      De volgende stap is je aanmelden voor amateurwedstrijden om je vaardigheden in de sport te testen en erachter te komen waar je nog in kan verbeteren.

    Benodigdheden om hoogspringen te beoefenen

    Wat heb je nodig om hoogspringen uit te oefenen:

    • Lat

    • Standaarden

    • Schoenen met spikes

    • Landingsmat

    • Aanloop Cirkel

    • Meetlat

    • Stopwatch

    Vrouw springt met de rug over de lat bij het hoogspringen

    Veelgestelde vragen bij hoogspringen

    Wat is het huidige wereldrecord hoogspringen?

    Het wereldrecord hoogspringen voor mannen is 2,45 meter en het is neergezet door de atleet Javier Sotomayor. Voor de vrouwen staat het wereldrecord op 2,09 meter en dit is neergezet door de atlete Stefka Kostadinova.

    Hoe heet de sprong bij het hoogspringen?

    De meest gebruikte techniek in het hoogspringen heet de Fosbury flop. Ook de Schotse sprong wordt nog vaak gebruikt.

    Welke regels gelden er bij hoogspringen?

    Het is bij hoogspringen belangrijk dat atleten met één voet afzetten. Daarnaast mogen ze de lat niet aanraken als ze eroverheen springen.