Regels om alpineskiën uit te voeren
Alpineskiën is een vorm van skiën en onderscheidt zich van het skiën op de reguliere Noordse wijze waarbij je alleen met de voorvoet bevestigd zit aan de ski. Bij alpineskiën is de hele voet bevestigd aan de ski met behulp van een stevige binding. De skischoenen komen tot ruim over de enkels en de latten waarop de sporter staat zijn meestal meer dan 6 centimeter breed en hebben een ijzeren snede op het loopgedeelte. Ook wordt er gebruikgemaakt van skistokken, net zoals bij langlaufen het geval is. Binnen het alpineskiën zijn verschillende disciplines: de slalom, de reuzenslalom, de super-G en de afdaling (downhill). Iedere discipline heeft zijn eigen regels voor onder andere het parcours en het benodigde materiaal. Een alpineskiër moet naast een goede conditie hebben over de juiste techniek en snelheid beschikken. Soms worden er snelheden tot boven de 150 kilometer per uur gehaald.
Officiële alpineskiën regels downloaden →Uitleg over alpineskiën:
)
Geschiedenis van alpineskiën
Tot 1850 werd er al wel geskied, maar zaten alleen de tenen vast aan de ski's (net als bij langlaufen). Een Noorse skiër kwam er toen achter dat het skiën door de bergen en onherbergzame gebieden makkelijker en vooral veiliger kon wanneer beide voeten aan de ski's zouden worden bevestigd. Wanneer je een beetje tempo wil maken, is dat namelijk veel comfortabeler en veiliger. Daarom maakte de Noorse skiër een sterke binding waardoor ook de hielen van de skiër vast kwamen te zitten. Door de jaren heen is dit meegenomen en aangepast. Waar men vroeger vooral op de ski's stond om van A naar B te kunnen, ontwikkelde alpineskiën zich in de 19e eeuw tot een wedstrijdsport. In 1840 werd de eerste officiële wedstrijd gehouden in Noorwegen en even later waaide de sport ook over naar de rest van Europa en Amerika. In 1922 werd in Zwitserland de eerste slalomcompetitie gehouden en tegenwoordig vind je verschillende soorten disciplines waarin zowel mannen als vrouwen strijden om de snelste tijd.
Welke regels zijn er bij alpineskiën?
Lengte van ski's
Bij de verschillende disciplines zijn er verschillende regels omtrent de minimale lengte van de ski's. Zo is de lengte van de ski's bij vrouwen bij slalom minimaal 155 cm en bij mannen minimaal 165 cm. Bij de reuzenslalom is dat bij de ski's bij vrouwen minimaal 188 cm en bij mannen minimaal 193 cm.
Snelste tijd wint
Bij alpineskiën staat één regel centraal: de deelnemer met de snelste tijd (van boven naar beneden) wint.
Juiste skiuitrusting is een must
Voor optimale bescherming (en de juiste snelheid) is een passende skiuitrusting een must voor alpineskiën. Het zijn niet alleen ski's die vandaag de dag zo ontworpen zijn dat ze voorbereid zijn op hoge snelheden. Ook een goede uitrusting in de vorm van een pak, bril en helm is nodig.
Officiële regels van alpineskiën downloaden
Ben je nieuwsgierig naar meer regels voor het alpineskiën? In de bijlage vind je meer regels en informatie over deze wintersport.
Hoe voer je alpineskiën uit?
Alpineskiën bestaat uit verschillende disciplines. Hieronder lees je hoe iedere discipline wordt uitgevoerd.
Slalom
De slalom komt binnen het wedstrijdskiën vaak voor. Hierbij moeten skiërs zo snel mogelijk om enkele palen naar beneden skiën. Dit gebeurt op een piste van een hoogteverschil tussen de 140 en 220 meter. In totaal staan er 40 tot 75 poortjes op de skipiste. Van alle disciplines bevat de slalom over de kortste bochten, namelijk tussen de zes en dertien meter. Daarom moeten de deelnemers over een goede techniek en over kortere ski's van minstens 165 cm beschikken. De slalom wordt in twee rondes gedaan; ook wel runs genoemd.
Reuzenslalom
De reuzenslalom lijkt op de slalom, maar is net even anders. Bij de reuzenslalom staan 25 tot 65 poortjes op de piste en zijn de bochten langer. Daarom zijn de ski's ook langer: 188 cm bij de dames en 193 cm bij de heren. Ook moeten de ski's een minimale draaicirkel van 30 meter hebben om zo grotere bochten te kunnen maken. De reuzenslalom wordt net als de slalom in twee rondes gedaan.
Super-G
De Super-G is een discipline die lijkt op de reuzenslalom, maar in de overtreffende trap. De bochten en de ski's zijn nog langer, evenals de draaicirkel. Bij de Super-G staan er 20 tot 45 poortjes op de piste en is het hoogteverschil tussen de 350 en 650 meter. De ski's zijn langer, namelijk tussen de 205 cm en 210 cm. In plaats van twee rondes (runs) is er één ronde.
Afdaling (downhill)
De hoogste snelheid is te vinden bij de afdaling, ook wel downhill genoemd. Hierbij bestaat de piste uit vlakke en steile stukken waardoor er vaak een snelheid van wel 160 kilometer per uur kan worden gehaald. Bij de afdaling draait het puur om het afdalen met her en der sprongen en weinig bochten. Je hebt dus naast een goede techniek ook een portie lef nodig. Het hoogteverschil is bij de afdaling tussen de 500 en 1100 meter en ook hier is er maar één ronde.
Benodigdheden voor alpineskiën
Wat heb je nodig voor alpineskiën:
Skikleding
Skihelm is verplicht. Voor alpineskiën wordt er gekozen voor een ultralichte en ergonomisch gevormde helm die gestroomlijnd is
Een skibril die één met de helm is
Skischoenen
Ski's voor alpineskiën
Skistokken
Veelgestelde vragen bij alpineskiën
Wat voor soort wedstrijden worden er voor alpineskiën georganiseerd?
Naast de bovenstaande disciplines is er een aantal combinaties dat in wedstrijdvorm wordt gedaan, namelijk de alpine combinatie (combinatie van twee disciplines), een parallelwedstrijd met twee identieke parcours, de World Cup en de Wereldkampioenschappen Alpineskiën.
Hoe hard gaat een alpineskiër?
De snelheid van alpineskiën is een van de redenen voor sporters om ermee te beginnen. Topatleten bereiken al gauw een snelheid van zo'n 150 kilometer per uur.
Is alpineskiën een gevaarlijke sport?
Alpineskiën wordt gerekend onder de hoge risicosporten. Dat wil zeggen dat het aantal sportletsels bij deze sport in verhouding hoog ligt. Dat komt onder andere door de hoge snelheden die kunnen worden gehaald in combinatie met de ijzige omgeving van een piste.
Hoe oud moet je zijn om te beginnen met wedstrijdskiën?
Dat is afhankelijk van de discipline die je uit wil voeren. Over het algemeen geldt dat kinderen vanaf zes jaar lid mogen worden van een team. Zij beschikken vaak al over de nodige kennis en ervaring.
Heeft Nederland een team met alpineskiërs?
Jazeker. Dat heeft even geduurd, maar met topsporters Maarten Meiners en Adriana Jelinkova had TeamNL in Beijing 2022 voor het eerst sinds 1952 weer alpineskiërs op de Olympische Winterspelen.
Wat is het grootste verschil tussen alpineskiën en langlaufen?
Dat is voornamelijk de snelheid en de vlakte. Langlaufen gebeurt op een vlak of heuvelachtig terrein, terwijl je bij alpineskiën van een piste gaat. Dat laatste is daardoor ook een stuk sneller dan langlaufen.